Het is mijn eeuwige strijd met Tanja. Als ik zie dat ze verdriet heeft en vraag of ik haar kan helpen, zegt ze met een iel stemmetje: "Nee, dat hoeft niet." – To je můj odvěký spor s Tanjou. Když vidím, že má nějaké trápení a zeptám se jí, jestli jí nemohu pomoct, řekne tichounkým hláskem: "Ne, nemůžeš."[1]