geloofsovertuiging

nizozemština

výslovnost

• IPA: [ɣəˈloːfs.oː.vərˈtœy̯.ɣɪŋ]  geloofsovertuiging^{? • info}

etymologie

Kompozitum. Z geloof ― víra a overtuiging — přesvědčení. Takto příbuzné např. s německým Glaubensüberzeugung téhož významu.

podstatné jméno

• rod ženský
• slovesné

skloňování

Substantivum	singulár	plurál
nominativ	geloofsovertuiging	geloofsovertuigingen

význam

1. náboženské přesvědčení
   • “Vrouwen vernederen, maar ook minderheden, immigranten, mensen met andere geloofsovertuigingen, lachen met gehandicapten, onze troepen en veteranen beledigen…Dat vertelt ons een paar dingen. Dat vertelt ons dat hij onzeker genoeg is, dat hij zichzelf beter voelt door anderen neer te halen. Niet echt een karaktereigenschap die ik zou aanraden voor iemand in het Oval Office.”
   • Niet-infectieuze gewrichtsontstekingen zijn vaak chronisch en vallen doorgaans onder de noemer reuma.

synonyma

1. religie, godsdienst

související

• overtuigen
• geloven
• geloofsovertuiger
• tijdsgeloof
• hersenvliesovertuiging
• overtuigingskracht
• levensovertuiging